Grondprijzen in het centrum van Amsterdam zijn 200 keer zo hoog als in Oost-Groningen. Dat zegt iets over het economische succes van regio’s, maar ook over de waarde van infrastructuur.

Het verschil in grondprijzen tussen stedelijke gebieden als de Amsterdamse Zuidas en landelijke gebieden in Oost-Groningen is een goede indicator van het economische succes van regio’s. Maar verschillen tussen grondprijzen en de ontwikkeling daarvan, zijn ook een maatstaf van de waarde van spoorverbindingen, tunnels en snelwegen.

Dat signaleert econoom Coen Teulings in een toelichting op een eind 2014 verschenen rapport over regionale verschillen in welvaart, opleiding en infrastructuur.

Grondprijzen, treinen, tunnels en wegen

Uit het onderzoek blijkt onder meer dat grondprijzen in gebieden met een goede trein- of snelwegverbinding naar een kerngebied, hoger liggen dan in de rest van de regio.

Als voorbeeld noemt econoom Teulings de satellietsteden van Amsterdam in Noord-Holland: Castricum, Enkhuizen, Hoorn en Purmerend. Daar zijn grondprijzen relatief hoog, juist omdat er een goede verbinding is met Amsterdam.

"Op deze manier vormen grondprijzen een hele goede afspiegeling van de waarde van infrastructuur", aldus Teulings tegenover discussieplatform Me judice. Bekijk de video hieronder.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl